Navigatie overslaan
 
© Symbool 21 - De eeuwige kosmische, organische verbinding tussen God en de
godenzoon 1

Symbool 21

Samenvatting van symbool nr. 21 - De eeuwige kosmische, organische verbinding tussen God en de godenzoon 1


Het symbool symboliseert hoe het levende wezen en de Godheid eeuwig organisch met elkaar verbonden zijn. Het bewustzijn van deze organische verbinding doorloopt verschillenden stadia bij de aardemens. In het begin wordt het gedragen door een vermoedensvermogen en een hierdoor voortgebracht geloof in het bestaan van een Godheid. Geleidelijk aan wordt het geloof vervangen door persoonlijk ervaren kennis, omdat het intelligentievermogen in de psyche van de mens groeit. In eerste instantie gaat de mens hierdoor fysiek of materieel beleven, wat tot gevolg heeft dat alleen materiële gegevens als realistische feiten beleefd worden. Daarmee raakt de mens zo ver verwijderd van de Godheid als qua bewustzijn mogelijk is. Door de beleving van de duisternis als de consequentie van het materialisme en de goddeloosheid ontstaat het humane vermogen dat de oorsprong voor het intuïtievermogen is, dat op zijn beurt het zintuig voor kosmische beleving is.

Belangrijke details in het symbool:


Het symbool bestaat uit drie delen


De figuur in het rechter deel toont dat elk levend wezen zich in het midden van het heelal of de Godheid bevindt en dat het in een eeuwige wisselwerking met deze Godheid leeft.


  • De figuur binnen de zwarte getande ring symboliseert het levende wezen of de godenzoon.
  • De figuur buiten de zwarte getande ring symboliseert het heelal of de Godheid.
  • De getande zwarte ring geeft aan dat de afstand tussen God en de godenzoon eeuwig hetzelfde is, ongeacht of de godenzoon dit weet of niet.

Het bovenste linker deel van het symbool laat vier stadia zien van de verbinding tussen het levende wezen en God. De cirkel met de driehoek symboliseert het levende wezen in elk van deze vier stadia.


  • De figuur helemaal links beschrijft het eerste vermoeden van een natuurmens van het bestaan van hogere wezens, geesten of goden.
  • De volgende figuur symboliseert een wezen dat in één ware en werkelijke God gelooft.
  • De derde figuur symboliseert de materialistische en goddeloze mens.
  • De vierde figuur symboliseert de volmaakte mens met een dagbewuste beleving van God.

Het gebied onderaan links op het symbool laat de communicatie tussen het fysieke en het geestelijke vlak zien.


  • De onderste rij met de oranje driehoeken symboliseert fysieke mensen op het fysieke vlak.
  • De twee stroken erboven met gele driehoeken symboliseren geestelijke wezens op de geestelijke bestaansvlakken.
  • In de onderste daarvan zien we de volgende vijf vakjes:
    • Het eerste vanaf links gezien toont een wezen dat een ander wezen om hulp vraagt. Dit andere wezen wil of kan net helpen.
    • Het tweede toont een wezen dat God om hulp bidt en van wie het gebed wordt verhoord waardoor een ander fysiek wezen vanaf het geestelijke vlak wordt aangespoord om te gaan helpen.
    • Het derde toont een wezen van hoog intellectuele en geestelijke standaard dat bij zijn schepping onbewust vanuit het geestelijke vlak geïnspireerd wordt.
    • Het vierde toont de communicatie met geestelijke wezens langs mediamieke weg.
    • Het vijfde toont de dagbewuste verbinding van een kosmisch bewust wezen met de geestelijke vlakken.