Symbool 14
Samenvatting van symbool nr. 14 - De kosmische spiraalkringloop 1
Alle levende wezens gaan een eeuwige organische samenwerking aan die georganiseerd is in de vorm van spiraalkringlopen. In elke kringloop beleven de wezens een beweging van duisternis of onwetendheid naar licht of kosmisch bewustzijn en liefde. En vervolgens verder naar de duisternis- en lichtbelevingen in nieuwe spiraalkringlopen. Elke nieuwe spiraalkringloop wordt als een nieuwe variatie ervaren. Elk levend wezen is een macrowezen dat levensruimte en levensvoorwaarden biedt aan de microwezens in onderliggende spiralen en tegelijkertijd een microwezen dat zelf levensruimte krijgt in de macrowezens in bovenliggende spiralen.
Belangrijke details in het symbool:
- Het symbool geeft zeven kosmische spiraalkringlopen weer.
- De middelste, met D aangegeven, symboliseert de kringloop waarin wij ons bevinden en die onze tussenkosmos vormt.
- De spiraalkringlopen A-C zijn onze microkosmos. Spiraal C symboliseert onze orgaanwezens, spiraal B onze celwezens en spiraal A het microleven dat stof of materie genoemd wordt.
- De spiraalkringlopen E-G vormen onze macrokosmos. Spiraal E is de woonplaats van bollen en planeten, spiraal F bevat het zonnestelsel en spiraal G het melkwegstelsel.
- De spiraalkringloop zet zich voort tot in het oneindige zowel in de macrokosmos als in de microkosmos.