Navigatie overslaan
 
© Symbool 13 - Het eeuwige wereldplan

Symbool 13

Samenvatting van symbool nr. 13 - Het eeuwige wereldplan


Het symbool toont hoe het levende wezen onlosmakelijk met een eeuwig goddelijk wereldplan verbonden is. Door dit plan is het wezen heer en meester over de schepping van mentaal licht en mentale duisternis. Dit licht en deze duisternis schept het wezen in alle eeuwigheid met behulp van verschillende combinaties van de basisenergieën in de bestaansvlakken van de spiraalkringloop. Hierachter ligt het contrastprincipe als een kosmische realiteit. Zonder dit principe zou er geen enkele vorm van levensbeleving kunnen plaatsvinden. De hoogste en volmaaktste vorm van levensbeleving bestaat uit een harmonische verhouding tussen licht en duisternis. Deze harmonie is mentaal gezien een uitdrukking van absolute liefde.

Belangrijke details in het symbool:


  • De witte driehoek symboliseert het Ik van het heelal of van de Godheid.
  • De witte ronde figuren symboliseren stuk voor stuk een levend wezen
  • De zes gebieden, waarin het symbool verdeeld is, vormen de zes bestaansvlakken van de spiraalkringloop. Het rijk helemaal onderaan is het het plantenrijk (rood), naar rechts gevolgd door het dierenrijk (oranje), het ware mensenrijk (geel), het wijsheidsrijk (groen), de goddelijke wereld (blauw) en het zaligheidsrijk (licht indigo).
  • Deze gekleurde gebieden symboliseren het ontwikkelingsgebied van de basisenergieën die de materie van de bestaansvlakken zijn.
  • De zes donkere ruitvormige figuren symboliseren de combinaties van de basisenergieën in het culminerende totaalorganisme van het levende wezen zoals ze in elk van de zes bestaansvlakken voorkomen.
  • De afzonderlijke totaalorganismen vormen elk afzonderlijk een combinatie van een instinct-, zwaarte-, gevoels-, intelligentie-, intuïtie- en herinneringslichaam.
  • De stippellijnen die van ene lichaam naar andere lopen laten zien hoe de capaciteit van de basisenergielichamen van bestaansvlak naar bestaansvlak verandert en hoe de levensbelevings- en manifestatievormen daarom ook van vlak naar vlak veranderen.
  • De zwarte en witte cirkelvormige gebieden aan de rand van het symbool geven het samenspel van duisternis en licht in de zes bestaansvlakken weer.