Wie is Martinus
Martinus leefde in Denemarken van 1890 tot 1981. Hij is bekend om zijn grote geesteswetenschappelijke oeuvre, dat de gemeenschappelijke overkoepelende titel Het Derde Testament draagt.
Het leven van Martinus is het verhaal van een arme en onbelezen jongen van het platteland, die onopvallend leefde, tot hij op dertigjarige leeftijd een diepgaande bewustzijnsverandering ervoer, die hem in staat stelde niets minder dan een samenhangend geesteswetenschappelijk wereldbeeld te beschrijven. Daarna werkte hij bijna zestig jaar lang aan het beschrijven en doorgeven van dit wereldbeeld dat ook de namen Martinus Kosmologie en Martinus Geesteswetenschap draagt.
Buitenechtelijk kind – armoedige omstandigheden en weinig naar school
Martinus werd geboren op 11 augustus 1890 aan de rand van het stationsstadje Sindal in Noord-Jutland. Zijn geboortehuis
Moskildvad
, dat nu opengesteld is voor belangstellenden, getuigt van een armoedige jeugd. Zijn moeder was ongehuwd en werkte als huishoudster.
Zij was niet in de gelegenheid om voor haar zoontje te zorgen, dus groeide Martinus in plaats daarvan als pleegkind op bij de broer van zijn moeder en diens vrouw in Spartaanse omstandigheden in het huisje Moskildvad.
In de plaatselijke plattelandsschool was het onderwijs beperkt tot psalmen, de catechismus, aardrijkskunde, rekenen en soms wat vaderlandse geschiedenis en biologie, alles bij elkaar zes uur per week ’s zomers en dertig uur per week’s winters.
Als buitenechtelijk kind, was hij volgens de plaatselijke
gereformeerde
dominee eeuwig verdoemd, maar dat kon Martinus niet geloven.
Martinus had toen al een nauw persoonlijk contact met God. Hij vertelt dat, als er een vlieg in de melkkan dreigde te verdrinken, hij probeerde deze te redden – want anders kon hij toch niet verwachten dat er hulp van God zou komen als hij die nodig had.
Een jeugd met baantjes
Na zijn belijdenis ging Martinus in de leer als smid. Dat moest hij opgeven omdat hij te tenger was voor het zware werk. In plaats daarvan werd hij landarbeider. In 1910 werd Martinus opgeleid tot medewerker van een zuivelfabriek en werkte op verschillende melkfabrieken overal in Denemarken, tot hij in 1917 naar Kopenhagen verhuisde. Hier werkte hij als bewaker en postbode, tot hij in 1920 een baan kreeg op het kantoor van de melkfabriek “Enigheden” (De Eenheid).
Martinus verlangde er echter naar iets meer in zijn leven te verrichten dan maar de hele dag op een kantoor getallen te zitten schrijven. Een tijdje sprak de gedachte om missionaris te worden hem wel aan, maar dat gaf hij weer op, onder andere omdat hij het niet eens was met de toenmalige uitleg van vele van de christelijke dogma’s. Al gauw zou echter blijken dat Martinus zijn heel persoonlijke levensmissie kreeg.
Kosmisch bewustzijn als dertigjarige
In maart 1921 vond er een beslissende verandering in het leven van Martinus plaats, omdat hij een aantal diepgaande geestelijke ervaringen had die een ingrijpende bewustzijnsverruiming tot gevolg hadden. Martinus heeft onder andere in zijn boekje Over de geboorte van mijn missie uitvoerig en prachtig over deze voor hem zelf onverwachte geestelijke ervaringen verteld.
In het begin van Livets Bog, deel 1 schrijft hij als volgt:
"De kosmische vuurdoop die ik ondergaan had en waarvan ik hier geen nadere analyse kan geven, had tot gevolg dat geheel nieuwe zintuiglijke vermogens in mij geactiveerd werden. Die stelden mij in staat om niet in de vorm van flitsen, maar in een permanente toestand van wakker dagbewustzijn alle dragende geestelijke krachten, onzichtbare oorzaken, eeuwige wereldwetten, basisenergieën en grondbeginselen te zien die achter de fysieke wereld liggen. Het mysterie van het leven was voor mij dus geen mysterie meer. Ik was bewust geworden in het leven van het heelal en ingewijd in het goddelijke scheppingsprincipe."
(Livets Bog 1, § 21)
Deze nieuwe bewustzijnstoestand die Martinus als dertigjarige verkreeg, noemt hij
kosmisch bewustzijn
. De voorwaarde voor kosmisch bewustzijn is een hoog ontwikkeld intuïtievermogen, dat bij alle mensen vroeg of laat tot ontwikkeling zal komen.
Het werken aan het kosmische wereldbeeld
Toen Martinus zijn kosmische bewustzijn verkregen had, moest hij eraan wennen het te gebruiken. Hij begreep snel dat het nodig was dat hij vegetariër werd. Het werd hem ook duidelijk dat het niet voldoende was om zijn kosmische analyses in zijn vrije tijd op te schrijven. Dat was de inleiding tot een aantal moeilijke jaren, waarin Martinus leefde van de steun van goedhartige mensen, die begrepen dat het belangrijk was dat hij zich aan zijn missie kon wijden. Het eerste deel van het hoofdwerk Livets Bog was in 1932 gereed voor publicatie en in iets minder dan vijftig jaar schreef hij aan zijn omvangrijke oeuvre, dat zou bestaan uit verscheidene duizenden bladzijden tekst, getekende symbolen en een grote hoeveelheid lezingen.
Een belangrijk deel van zijn missie bestaat uit het belichten van de ontwikkeling van het christendom en van andere godsdiensten naar een toekomstige vorm die beantwoordt aan het bewustzijnsniveau van de moderne intellectuele mens. Daarom noemt Martinus zijn werk ook wel het geïntellectualiseerde christendom en heeft hij zijn werk de gemeenschappelijke overkoepelende titel Het Derde Testament gegeven. Hij verenigt hierdoor de gewoonlijk zo gescheiden wetenschappelijke en religieuze denkwijzen tot een nieuwe geesteswetenschap, waarvan hij voorziet dat die het fundament van de toekomstige ontwikkeling van de mensheid zal vormen.
Een grote persoonlijkheid zonder persoonsverheerlijking
Het werken aan het kosmische wereldbeeld
Het was voor Martinus cruciaal dat er geen vorm van sekte of lidmaatschap naar aanleiding van zijn levenswerk zou ontstaan, en hij wenste op geen enkele manier het voorwerp van persoonsverheerlijking te worden. Het behoorde niet tot zijn missie om voorganger van een cultus of geloofsgemeenschap te zijn. De kern in zijn leven was het opschrijven en doorgeven van zijn kosmische kennis. In het kleine materialistische land Denemarken kon hij die taak onopgemerkt verrichten. Dat betekende echter niet dat hij in een isolement leefde. Hij was altijd heel vriendelijk en nam de tijd om vragen te beantwoorden, als iemand zich tot hem wendde.
Hij was in het geheel genomen een heel opgewekt en beminnelijk mens, die genoot van het samenzijn met goede vrienden. Vanwege zijn ontwikkeling tot dubbelpolige mens (bij wie de mannelijke en vrouwelijke kwaliteiten volledig ontwikkeld zijn) leefde Martinus niet samen met een partner en had hij geen gezin. Op de regelmatig gestelde vraag aangaande dit onderwerp antwoordde hij vaak opgewekt dat hij met de hele wereld getrouwd was.
Martinus woonde in zijn appartement op de eerst etage van het Martinus Instituut tot zijn overlijden in 1981. Maar zijn
Zaak
leeft voort – en geniet een steeds groeiende belangstelling van geestelijk zoekenden in een groot aantal landen over de gehele wereld.