Livets Bog (Levensboek), deel 2

Livets Bog bestaat uit zeven delen en is het grote centrale werk van Martinus. Samen met Het Eeuwige Wereldbeeld 1 t/m 4 met 44 symbolen vormt het de kern van de beschrijving van zijn geesteswetenschappelijke wereldbeeld. De natuur is ‘livets bog’ (het boek van het leven) waarvan de mens bezig is de taal te leren begrijpen. Dat vindt o.a. plaats door de ervaringen uit de wetenschap. Zonder kennis van de fysieke natuurwetten zouden de mensen de natuurkrachten niet kunnen gebruiken, noch de huidige techniek kunnen voortbrengen. Door ook kennis te krijgen van de geestelijke natuurwetten zal het geleidelijk aan mogelijk worden dat de mensen zichzelf en anderen begrijpen, en zullen ze de zin van, en de logica en liefde in het bestaan ontdekken.

Livets Bog legt de basis voor een wetenschap over het leven. Het verklaart de principes, die onze levensbeleving mogelijk maken. Het laat zien hoe ons bestaan verbonden is met de gehele natuur, en hoe we door de manier waarop we vandaag denken en handelen onze toekomst of ons lot scheppen.
Wij maken een ontwikkeling door en zijn op weg om ware, volledig ontwikkelde mensen te worden. Het principe van het recht van de sterkste, de dictatuur, wordt ondergraven ten gunste van een toenemende humane instelling, de democratie. De duistere wereldgebeurtenissen van onze tijd zijn de geboorteweeën voor een toekomstige lichte wereldbeschaving, die leidt tot een ingrijpende verandering van het bestaan voor ons allemaal.